Geen ’werkstress’ maar ren-je-rot-stress

Vorige week was het de ’Week van de Werkstress’ en die gebeurtenis werd afgetrapt door onze staatssecretaris Tamara van Ark van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Stress wordt een steeds groter probleem in ons land en uit onderzoek van TNO blijkt dat werknemers zich gemiddeld elf miljoen dagen per jaar ziek melden; niet vanwege een zware migraine of buikgriep, maar vanwege stress. Deze stress van werknemers kost werkgevers inmiddels €2,8 miljard per jaar en dit bedrag stijgt in rap tempo want vier jaar geleden was het nog €1 miljard minder.

 

  1. Beroepsziekte nummer 1
  2. Nijpend
  3. Voorbeeld

 

1. Beroepsziekte nummer 1

Meer dan 35% van de werknemers noemt werkdruk als de belangrijkste reden voor ziekteverzuim en in de Randstad is dat percentage zelfs boven de 40%. Daarmee is werkstress beroepsziekte nummer één geworden volgens het laatste rapport van de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden.

Maar is ’werkstress’ wel het juiste woord? Is het niet vooral de stress van het ’ren-je-rot’-leven van jonge gezinnen die iedere dag de kinderen op tijd van en naar opvang/school/sport/muziekles etc. moeten brengen? Is het niet vooral het zenuwslopende woon-werkverkeer als je de kinderen voor zes uur bij de crèche moet ophalen? Of de druk om het avondeten op tijd op tafel te krijgen en andere privé-verplichtingen die je nekken?

De leeftijdsgroep die de meeste werkstress ervaart, is de groep van 25 tot 49 jaar en binnen deze groep zijn vooral de vrouwen de dupe. Toevallig is deze leeftijdsfase ook het ’spitsuur’ van het leven.

Het gaat volgens mij te ver om het verzuim af te schuiven op ’werkstress’, er vervolgens aandacht voor te vragen met de ’Week van de Werkstress’ en ook nog eens met een beschuldigende vinger naar werkgevers te wijzen. Het is gewoon stress, dus noem het dan ook de ’Week van de Stress’ en niet de ’Week van de Werkstress’.

 

2. Nijpend

We moeten trouwens wel iets doen aan die stress, want het probleem wordt hoe langer hoe nijpender. Vroeger was het normaal dat één ouder thuisbleef om voor het gezin te zorgen en de taken thuis te doen, terwijl de andere ouder buitenshuis werkte en voor het inkomen zorgde.

Inmiddels hebben veel gezinnen deze keuze niet en hebben zij twee inkomens nodig om rond te kunnen komen. Dat is een zwaar bestaan en er hoeft maar iets kleins mis te gaan om stress te krijgen. Ik kan me voorstellen dat je met de handen in het haar zit als ’s morgens de verwarming kapotgaat, je kind ziek is of de leraren weer blijken te staken of een onverwachte vrije dag hebben en je moet naar je werk. Het gevolg is elf miljoen verzuimdagen op het werk, door de stress.

De overheid zou dit een speerpunt moeten maken voor 2020, want zo doorgaan is geen optie. Waarom zouden we bijvoorbeeld de kosten van extra hulp thuis voor twee fulltime werkende ouders niet volledig aftrekbaar maken? Bijkomend voordeel is dat je op die manier de schoonmaakster, oppas of klusjesman ook uit het zwarte circuit haalt.

En nog iets. Het is loodzwaar om een fulltimebaan te combineren met een baby of peuter. Ik kan het weten, want ik heb die periode ook twee keer doorgemaakt. Hoewel, doorgemaakt, ik zou het eerder door gestrompeld willen noemen. Veel jonge moeders haken af en gaan parttime werken of stoppen ten einde raad, met hun baan. Als land verkwanselen wij onnoemelijk veel talent op deze manier.

 

3. Voorbeeld

Zouden we niet een voorbeeld aan de Scandinavische landen kunnen nemen, waar ouderschapsverlof beter geregeld is? Stel dat we bijvoorbeeld iedere vrouw of man die kan aantonen dat hij of zij vijf jaar fulltime heeft gewerkt, de mogelijkheid geven om één jaar thuis te blijven in de periode tot hun kind acht of negen jaar is. Tijdens het jaartje thuisblijven krijgt de thuisblijvende ouder dan een basisinkomen van de Staat van bijvoorbeeld €1000 netto per maand. Tijdens het jaar houdt de werkgever de positie van de werknemer vrij.

Het zal de overheid niet zoveel kosten want gedurende dit jaar hoeft ze ook geen kinderopvangtoeslag te betalen. Aan de andere kant denk ik dat de adempauze van een jaar voor veel jonge ouders nét genoeg is om weer met volle kracht en veel zin na het jaar fulltime bij hun werkgever aan de slag te gaan. Alleen al het idee dat je recht hebt op een jaartje uitblazen, geeft de broodnodige rust.

Volgens mij is het een win-win-win-situatie: Werkgevers hebben minder verzuim doordat de stress op het kookpunt van je leven vermindert, jonge kinderen krijgen een jaar lang de volle aandacht, jonge ouders krijgen een adempauze waardoor ze daarna weer met goede moed aan hun carrière kunnen werken en de overheid krijgt meer inkomstenbelasting omdat we op termijn meer werknemers aan de slag houden en een sterkere beroepsbevolking krijgen.

 

Bron: telegraaf

Auteur: Annemarie van Gaal

Comments are closed.

Google-Beoordeling
5.0
Gebaseerd op 10 recensies
js_loader